Ter gelegenheid van zijn tienjarig bestaan toont het Museum Kurhaus Kleef een representatieve dwarsdoorsnede van het belangrijke aquarellen-oeuvre van Ewald Mataré (Aken-Burtscheid 1887 – Büderich bij Düsseldorf 1965). Te zien zijn circa 100 werken, van het vroege werk tot het late, van 1920 tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Op de eerste plaats zijn het nauwkeurig geobserveerde en direct voor het motief met de allergrootste schilderkunstige omzichtigheid vertaalde landschappen, die getuigen van de constante dialoog van de kunstenaar met de natuur.
De aquarellen van Mataré zijn sinds ruim dertig jaar niet meer omvangrijk getoond. Veel van de nu getoonde bladen zijn nog nooit tentoongesteld, enkele zijn pas sinds kort weer ontdekt. Binnen het facettenrijke werk van Ewald Mataré neemt de aquarel een bijzondere plaats in. Hoewel hij als schilder opgeleid was (hij studeerde aan de kunstacademie in Berlijn bij o.a. Lovis Corinth), zag hij zichzelf sinds het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw op de eerste plaats als beeldhouwer en ontwikkelde zijn abstraherende beelden van dieren en mensen vanuit het intensieve contact met het materiaal, bijvoorkeur hout. De specifieke eigenschappen hiervan en de weerstand die het de hand van de kunstenaar bood, waren wezenlijke stimuli van het werkproces.
De uitdaging van de aquarel lag voor Mataré in het ontbreken van iedere materiele weerstand, in de lichtheid en transparantie van de met water opgebrachte verf. De aquarel maakt daarom op bijzondere wijze een gevoel voor de worsteling van de kunstenaar met de vorm duidelijk, voor zijn wens deze tot een ‘ornament’ dus tot het zinbeeld van een hogere ordening van de natuur te comprimeren. Derhalve vormen de aquarellen een weg naar de kern van het denken van Mataré en naar de basisbeginselen van zijn kunst ook al (of beter juist omdat) hij zelf ze als “oefeningen” of “slechts probeersels” betitelde.
Wie ze bekijkt, begrijpt direct wat Mataré bedoelt, wanneer hij schrijft dat hij een motief van “buiten wilde leren om het dan later tot een innerlijke samenhang om te vormen”. Het grote voorbeeld Albrecht Dürer is hierbij steeds aanwezig, immers Mataré was diep onder de indruk van diens beroemde uitspraak, dat de kunst in de natuur verborgen zit en wie haar eruit kon halen, die heeft ze zich eigen gemaakt.
Ewald Mataré is een van de belangrijkste en invloedrijkste kunstenaars van de klassiek moderne in Duitsland. Hij heeft grote verdiensten verworven voor de ontwikkeling van de kunst in het Rijnland na 1945 zowel door zijn talrijke werken in de openbare ruimte als ook door zijn werkzaamheden aan de kunstacademie in Düsseldorf, waar o.a. Joseph Beuys en Erwin Heerich tot zijn leerlingen behoorden. Het Museum Kurhaus Kleef bewaart en bestudeert de omvangrijke nalatenschap van de kunstenaar en heet daarom ook “Ewald Mataré-Verzameling”.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt er een catalogus.